Ga naar de inhoud

Wat zijn de beginselen van de AVG?

De AVG beschrijft in artikel 5 de ‘Beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens’.

  • Rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie (AVG artikel 5, lid 1a). Een organisatie heeft voor iedere verwerking een rechtmatige grondslag nodig en de organisatie dient hierover transparant te zijn naar de betrokkenen.
  • Doelbinding (AVG artikel 5, lid 1b). Gegevens mogen alleen voor uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden verzameld en verwerkt worden.
  • Minimale gegevensverwerking (AVG artikel 5, lid 1c). Er mogen niet meer gegevens verwerkt worden dan noodzakelijk is voor het behalen van de doelen.
  • Juistheid (AVG artikel 5, lid 1d). De organisatie moet zich inzetten voor de correctheid van de gegevens.
  • Opslagbeperking (AVG artikel 5, lid 1 e). Er dienen passende bewaartermijnen vastgesteld te worden.
  • Integriteit en vertrouwelijkheid (AVG artikel 5, lid 1f). De organisatie dient passende technische en organisatorische maatregelen te nemen om de persoonsgegevens te beschermen.